Kaantjes, ook bekend als ‘reuzelkorrels’, zijn knapperige stukjes varkensvet die ontstaan tijdens het uitbakken van spek of reuzel. Ze worden vaak gebruikt als smaakvolle en krokante toevoeging aan verschillende gerechten.
Hoe kaantjes te verwerken?
Hier zijn enkele manieren waarop kaantjes vroeger werden verwerkt:
Kaantjesbrood
Kaantjes werden vaak vermengd met deeg om kaantjesbrood te maken. Het deeg werd gekneed met kaantjes en vervolgens gebakken tot een heerlijk brood met een knapperige textuur en een hartige smaak. Dit brood werd vaak gegeten als bijgerecht bij maaltijden.
Salades en toppings
Kaantjes werden ook gebruikt als topping voor salades en andere gerechten. Ze voegden een crunch toe aan salades en gaven extra smaak aan bijvoorbeeld aardappelsalade, komkommersalade of boerenkoolsalade. De kaantjes werden vaak toegevoegd vlak voor het serveren, zodat ze lekker knapperig bleven.
Vetmengsels
Kaantjes werden soms vermengd met andere ingrediënten om vetmengsels te maken die werden gebruikt om gerechten op smaak te brengen. Het varkensvet waarin de kaantjes waren gebakken, werd gemengd met kruiden, specerijen en soms zelfs groenten of vleesresten. Dit mengsel werd gebruikt als smaakmaker bij het bakken en braden van vlees of groenten.
Varkensvoer
In sommige gevallen werden kaantjes gebruikt als voer voor varkens. De kaantjes werden vermengd met ander voer om de voedingswaarde te verhogen en de varkens te voeden. Dit was een efficiënte manier om restjes en bijproducten van de vleesverwerking te gebruiken.
Andere mogelijkheden
Voeg de kaantjes toe aan balkenbrij of meng ze door een stamppot, bijvoorbeeld hete bliksem – of meng ze met stroop en geef ze op de boterham.
Het gebruik van kaantjes varieerde afhankelijk van de culinaire tradities en voorkeuren van de regio. Tegenwoordig worden kaantjes nog steeds gebruikt in verschillende gerechten en kunnen ze een heerlijke en knapperige toevoeging zijn.