Meten en wegen

Grootmoeders en overgrootmoeders gebruikten om inhoudsmaten en gewichten aan te duiden vaak ouderwetse benamingen. Allereerst waren er de inhoudsmaten ‘oortje’ en ‘pint’ die van vóór 1830 dateren en verschilden van plaats tot plaats! Een pint melk was ongeveer een liter en een oortje ongeveer een halve liter. De benaming ‘pond’ bestond ook al lang en verschilde eveneens van plaats tot plaats, globaal was een pond 500 gram.




Na de invoering van de IJkwet in 1820 deed het metrieke stelsel in ons land zijn intrede. In deze IJkwet komen de volgende Nederlandse (Ned.) – dit in tegenstelling tot de vroegere plaatselijke – benamingen voor maten en gewichten officieel voor.



Ouderwetse benamingen: IJkwet in 1820:  ************************************
Ned. kan ‘natte’ liter
Ned. kop ‘droge’ liter
Ned. maatje 1 deciliter
Ned. vingerhoed 1 centiliter
Ned. pond 1 kilogram!
Ned. ons 100 gram
Ned. lood 10 gram
Ned. wigtje 1 gram

 




Na 1870 verdwenen – althans – officieel – de bijnamen. In de volksmond werden de benamingen echter nog heel lang gebezigd en bleven daardoor voortleven.

Behalve met maten en gewichten werd en wordt in de keuken met ‘lepels’ gewerkt. Hieronder een opgave van het aantal grammen dat afgeschudde eetlepels  van verschillende ingrediënten wegen.

Product: Gewicht: **************************************
1 eetlepel bloem 10 gram
1 eetlepel maizena 12 gram
1 eetlepel aardappelmeel 12 gram
1 eetlepel suiker 15 gram
1 eetlepel rijst 15 gram
1 eetlepel zout 20 gram