Ingrediënten Jan in de zak:
| Hoeveelheid: | Product: | ||
| 250 g | bloem of half bloem, half boekweitemeel | ||
| 1 kleine tl | zout | ||
| 1 | ei | ||
| 10 g | gist | ||
| 2 dl | lauwe melk | ||
| 100-150 g | krenten, rozijnen, sucade of appel |
Bereidingswijze:
- Maak van bloem, zout, ei, gist en melk een dik beslag op dezelfde wijze als voor drie in de pan.
- Laat het op dezelfde wijze rijzen.
- Verzorg en voeg ook het vulsel op dezelfde wijze toe.
- Spoel een doek of een zak in warm water uit, bestrooi de zak van binnen, of de doek aan één kant, met bloem om het aankleven van het deeg en het indringen van water tegen te gaan.
- Doe het deeg in de zak of leg het op de doek, maak beide zo dicht, dat het deeg nog voldoende ruimte heft om te rijzen.
- Leg de gevulde zak of de doek in een pan met kokend water waarin een bord of een schoteltje is gelegd om aanzetten aan de bodem te voorkomen.
- Kook de Jan in de zak anderhalf tot twee uur.
- Verwijder de doek of de zak zet het geval voor een open oven om op te drogen (vroeger was de oven altijd warm!).
- Snijd de Jan in de zak met een draad.
Serveertip: Geef er boter en suiker, of stroop, of stroopsaus bij.