Ingrediënten ketelkoek:
| Hoeveelheid: | Product: | ||
| 250 g | bloem of half bloem, half boekweitemeel | ||
| 1 kleine tl | zout | ||
| 1 | ei | ||
| 10 g | gist | ||
| 2 dl | lauwe melk | ||
| 100-150 g | krenten, rozijnen, sucade of appel | ||
| 50 g | boter |
Bereidingswijze:
- Maak van bloem, zout, ei, gist en lauwe melk een dik beslag op dezelfde wijze als voor drie in de pan.
- Laat het op dezelfde wijze rijzen.
- Verzorg en voeg ook het vulsel op dezelfde wijze toe.
- Smelt de boter, roer ook deze door het beslag.
- Doe het beslag op dezelfde wijze in een zak of in een doek als Jan in de zak.
- Denk eraan om voldoende ruimte, een handbreedte, over te laten opdat de ketelkoek genoegzaam kan rijzen.
- Laat de ketelkoek anderhalf tot twee uur koken in de ketel waarin het vlees – bedoeld werd pekelvlees – gekookt wordt, ‘Licht de koek voortdurend naar de hoogte totdat ze drijft, om het vastzetten aan de bodem van de ketel te beletten, heb zorg dat het nat gestadig blijft koken. Vul het zonodig na.’
- Gezien het koken van pekelvlees niet meer tot onze dagelijkse besognes behoort, kookten wij de koek in anderhalf uur overheerlijk gaar in een pan met 3 liter water waarin 3 theelepels zout en een bouillontablet.
- Laat ook ketelkoek opdrogen voor een open oven.
- Snijd ook ketelkoek met en draad.
Serveertip: Geef er stroop of stroopsaus bij.